vlakke meetkunde
Binnenhoeken/ buitenhoeken
BINNENHOEKEN
De rechten b en c worden gesneden door de rechte a.
De hoeken  en Ê liggen tussen b en c. We noemen ze binnenhoeken.
De binnenhoeken die aan dezelfde kant van de snijlijn liggen, noemen we binnenhoeken aan dezelfde kant van de snijlijn.
Binnenhoeken die aan een verschillende kant van de snijlijn liggen, noemen we verwisselende binnenhoeken.
Als twee evenwijdige rechten gesneden worden door een derde rechte, dan zijn:
- elke twee verwisselende binnenhoeken even groot.
- elke twee binnenhoeken aan dezelfde kant van de snijlijn supplementair.
BUITENHOEKEN
De rechten b en c worden gesneden door de rechte a.
De hoeken  en Ê liggen niet tussen de rechten b en c. We noemen dit buitenhoeken.
De hoeken  en Ê liggen aan een verschillende kant van de snijlijn. Daarom noemen we ze verwisselende buitenhoeken.
Als twee evenwijdige rechten gesneden worden door een derde rechte, dan zijn:
- elke twee verwisselende buitenhoeken even groot.
- elke twee buitenhoeken aan dezelfde kant van de snijlijn supplementair.
Als 2 evenwijdige rechten gesneden worden door een derde rechte, dan zijn elke twee overeenkomstige hoeken even groot.