Omtrek
De omtrek van een veelhoek is gelijk aan de som van de zijden.
De omtrek is een lengte en wordt uitgedrukt in een lengtemaat.
Voor omtrek gebruiken we het symbool O.
Oppervlakte
De oppervlakte van een veelhoek wordt bepaald door deze te vergelijken met een oppervlakte-eenheid.
De eenheid voor oppervlakte is 1 m².
Voor oppervlakte gebruiken we het symbool A.